Een job in de zorg hoort eigenlijk verbonden te zijn met een roeping. Anders hou je het niet vol. Er zijn een aantal taken in onze samenleving die je niet ten volle kan opnemen zonder een stevige portie idealisme en gedrevenheid. De zorg voor is daar één van: als zorgkundige of verpleegkundige, als logistiek medewerker, als kinesist of ergotherapeut, als arts of met een andere taak in direct contact met de patiënten. De werkuren zijn niet aantrekkelijk, het werk is fysiek niet te onderschatten, de werkdruk en het stressniveau evenmin. Daar begin je niet aan als je geen drang voelt diep vanbinnen om voor mensen te zorgen.
Uitgeput
Werken in de zorg is deugddoend, maar we moeten eerlijk zijn: het is ook 'vuil werk', het is fysiek werk. Sommigen halen hun neus er spontaan voor op. Iedereen weet waar hij of zij aan begint: op stages al merk je hoeveel verantwoordelijkheid je draagt en hoe hoog de druk en het tempo ligt. De administratieve rompslomp komt er vaak nog bij als niet te onderschatten schep bovenop. Je leert om je eigen welzijn opzij te schuiven voor de plicht. Zorg verlenen, gaat voor op zelf om zorg vragen. Denk maar aan de Covid-tijd.
Bovendien werk je in een organisatie, in een - bij momenten - logge structuur. Er moet goed op de centjes worden gelet en er is niet altijd evenveel aandacht voor ieders persoonlijk welzijn. Zorgverleners hebben soms het gevoel dat hun idealen er niet toe doen, dat de prioriteiten van het beleid - dichtbij en in Brussel - elders liggen. Sommige zorgverleners kunnen dat gevoel relativeren en op tijd en stond van zich afschudden. Anderen voelen zich onherroepelijk uitdoven, beetje bij beetje, tot hun eigen groot verdriet.
Beluisterd en begrepen
Gelukkig is er de jongste tijd maatschappelijk veel meer aandacht voor het welzijn van de zorgverleners. Dat heeft de coronacrisis ons geleerd: met het klappen van de zweep, bij wijze van spreken. Er is gewerkt aan een betere verloning. Er wordt ook meer geluisterd naar de werknemers: naar hun bezorgdheden, klachten, ergernissen en vragen. Dat betekent niet dat er tegemoet gekomen kan worden aan alle verzuchtingen.
Veel directies in de retail kennen de boutade: "Goed idee. Gaan we niet doen." Niet alles is betaalbaar, niet alles is doenbaar, niet alles is zinvol binnen het grotere verhaal. Dat neemt niet weg dat de talenten en idealen van werknemers zoveel mogelijk gewaardeerd zouden moeten worden. Er is ideologisch stilaan een belangrijke bewustwording gekomen: zorgen voor het welzijn van de zorgverleners is essentieel voor een goede zorg. Het zijn mensen die de zorg rechtop houden. We zetten belangrijke stappen vooruit in dat besef.
Mentaal
Het is een hele uitdaging om het ziekteproces van mensen mee te beleven als zorgverlener. De mentale en spirituele impact daarvan mag absoluut niet onderschat worden. Het is een oefening in afstand en nabijheid. Je kan al het leed niet zelf dragen. Een persoonlijke uitlaatklep zoeken voor mentale stress is belangrijk voor zorgverleners.
Sommige zorgverleners sluiten zich uit zelfbescherming af, soms omwille van het mentaal gewicht, maar ook door negatieve ervaringen van misplaatste mondigheid. Soms is er zelfs botweg geen respect. Er is helaas ook verbale en fysieke agressie. De verontwaardiging in de dagelijkse realiteit kan diepe wonden slaan in het idealisme van zorgpersoneel. "Waarom doe ik dit nog?" Ook dit is mentale en spirituele ballast. Het resulteert helaas in een uitvloei van werkkrachten die we nochtans hard nodig hebben.
Teams kunnen het beste in collega's naar boven brengen, maar het is onder collega's niet altijd vreugde troef. Met de één schiet je vanzelf goed op, met de ander zou je spontaan geen half woord uitwisselen buiten het werk. Toch ben je op elkaar aangewezen. Men verwacht van collega's soms veel, en vertrekt daarbij algauw uit de evidentie van de eigen visie en idealen. Voor de één is dat verdraagzaam zijn, voor de ander punctueel werken, en voor nog iemand anders goed communiceren. In een groep werken, is een mentale uitdaging.
Misschien zou op professioneel gebied werk gemaakt kunnen worden van goed georganiseerde intervisie. Dat kost natuurlijk ook tijd en geld...
Combinatie
Wanneer iemand uitdooft, cynisch of apathisch wordt, dan heeft het met een combinatie van factoren te maken. De combinatie van veel verantwoordelijkheid dragen, werken onder tijdsdruk, zich soms niet gewaardeerd voelen door de samenleving, door meerderen, door collega's of door patiënten, de confrontatie met verdriet en leed. Vaak komt er thuis ook nog stress bij omdat de prikkelbaarheid na het werk blijft hangen. Dan kan het beetje bij beetje mistig worden in het land van zin en betekenis, soms zelfs tot je er niets meer vindt.
Wanneer de neerwaartse dynamiek in het persoonlijk welzijn niet doelgericht gekenterd wordt, ontstaat er eelt op de idealen. Of zelfs een burn out. Ofwel verhard je je 'mentale huid' zodat je niet zo gauw nieuwe kwetsuren oploopt, ofwel loopt je door tot je erbij neervalt. En beiden zijn geen goede oplossingen, omdat ze door negativiteit zijn gevoed.
Daar ligt een belangrijke taak voor de zorgsector: het bevorderen van een aangename en positieve werkomgeving, het uitspreken van respect en dankbaarheid aan de werknemers, het belonen van loyaliteit, het beluisteren van medewerkers. Een zorginstelling moet uiteraard geen betuttelend sprookjesland worden, maar wel een een dynamisch bedrijf waar men zich thuis voelt en waar men trots op kan zijn. Betrokkenheid en fierheid bevorderen de productiviteit en kwaliteit.
Beloond
Er is zeker niet alleen kommer en kwel in het dagelijkse leven in de zorg. Op de werkvloer kan je veel dankbaarheid ervaren van patiënten en hun bezoekers.
Elke dag is anders, niets is voorspelbaar, hoe goed men alles ook tracht te organiseren en plannen. Je treedt in een bijzonder unieke relatie met een patiënt, die zich letterlijk en figuurlijk bloot geeft en in zich alle kwetsbaarheid aan jou en je collega's toevertrouwt, vaak dag en nacht. Elke dag kan verrijkend zijn, als je er oog en oor voor hebt. Elke dag heeft betekenis omdat je iets voor anderen kan betekenen.
Je kan ook participeren in projecten van je zorginstelling. Of studenten begeleiden in voorbereiding op hun carrière. Je krijgt ook kansen om verantwoordelijkheid te dragen op je dienst of ruimer. Je kan ook bewust kiezen voor een nieuwe uitdaging.
Bewustzijn
De focus op de positieve zaken richten, is de opdracht en de uitdaging voor elke zorgverleners. De instelling kan inspanningen doen, maar zonder respons vanaf de basis zal het resultaat tegenvallen. Een positieve insteek lukt de ene dag vast beter dan de andere, maar de algemene ingesteldheid, de basis van waaruit men als zorgverlener vertrekt, die is cruciaal. Daarin ligt je existentiële meerwaarde als zorgverlener, gebaseerd op je levensvisie, je idealen. Het is de kunst om het onderscheid te maken tussen wat je kan veranderen en wat niet. Onderschat je eigen inbreng niet.
Daarom is spiritueel bewustzijn ook essentieel voor iedere zorgverlener. Een set van stevige normen en waarden en een stabiele basishouding dragen een degelijke levensvisie. Die levensvisie bepaalt ook je werkethos. Wie graag gaat werken, er het nut van inziet, zal ook meer genieten van het werk. Werk is niet het tegengestelde van vrije tijd. Werk en vrije tijd wisselen elkaar af om je leven als zinvol te ervaren.
Als zorgverlener is het een kwestie van een goede balans te vinden, mentaal en spiritueel-existentieel. Die balans vergt een inspanning. Maak voor jezelf uit welke kernwaarden je wil uitdragen. Zoek naar manieren om je frustraties en piekeringen los te laten. Neem ze vooral niet mee naar bed. Prikkelbaarheid, neerslachtigheid en nachtelijk gepieker zijn signalen dat je het anders moet aanpakken. Ook je lichaam geeft soms duidelijke waarschuwingen: hoofdpijn, buikpijn, vermoeidheid, vlugger ziek worden. Zorgen voor jezelf is de signalen ernstig nemen.
Terzijde: enkele tips.
(1) Rust. Zoek de stilte op, de zee, de natuur om uit de drukte weg te zijn. Kom tot rust in je verlof. Laat die kans niet onbenut. Zorg dat je ook niet verkleefd raakt met sociale media. Doseer de prikkels van je mobiele telefoon, schakel hem bewust soms uit.
(2) Opladen. Maak tijd voor jezelf en voor je geliefden. Zij kunnen een belangrijke bron zijn van positieve energie.
(3) Verwoorden. Een dagboek, geschreven of digitaal, kan je helpen om negatieve ervaringen te verwerken, door ze letterlijk van je af te schrijven. Heb bij het schrijven (of typen) bewust ook aandacht voor humor en positieve ervaringen.
(4) Actie. Zorg voor een gezonde, energieke uitlaatklep: lopen, zwemmen, turnen, voetballen, dansen, noem maar op. Iets waar je je negatieve energie in kwijt kan en waardoor je je fysiek kan uitleven tot je moe bent.
(5) Passie. Iedereen zou minstens één hobby moeten hebben waar men met passie van kan genieten. Creativiteit daagt je brein uit en richt het op iets anders dan je werk.
Eelt
Eeltontwikkeling op je idealen is geen effectief beschermingsmechanisme tegen stress en negatieve ervaringen. Het dempt je enthousiasme en immobiliseert je drijfveren. Het kleurt je beleving negatief in en je besmet ook collega's met de gelatenheid, de norsheid, het cynisme en fatalisme die je uitstraalt.
Onbehandeld wordt eelt in toenemende mate pijnlijk en storend. Je hebt minder contact, minder voeling met de werkelijkheid, met name met de positieve kanten ervan. Een afweermechanisme is een dwangstand, die enkel nuttig is als tijdelijke oplossing in een precaire situatie.
Uitblinken in empathie
Dit pleidooi voor zelfzorg bij zorgpersoneel en voor zorg voor de zorgverleners binnen zorginstellingen is niet zonder reden. Uiteindelijk steunt de zorg voor patiënten op zorgverleners die zich goed in hun vel voelen en vreugde vinden in hun taak.
Empathie is het beginpunt en de doelstelling van kwaliteitsvolle zorg. Zonder empathie worden taken technisch correct uitgevoerd maar is de patiënt niet in zijn geheel verzorgd. Men zal zich minder veilig voelen om zich kwetsbaar op te stellen en in vertrouwen problemen en vragen te bespreken. Empathie is het bindmiddel binnen de zorg. Het maakt het verblijf voor patiënten draaglijker en aangenamer.
Dat men aandacht heeft voor jou en niet enkel voor je aandoening, dat men jou wil helpen en niet enkel vakjes op de computer afgevinkt wil zien: dat is wat de zorg menselijker maakt. Dat is wat de zorg degelijk maakt.
Het is belangrijk dat een zorgverlener zichzelf verzorgt. Dat veronderstelt ook een actief positief beleid. Work in progres.