Wat bepaalt de identiteit van een spiritueel zorgverlener? Wat is essentieel? Welke taken zijn eigen aan dit beroep? In Nederland is men op dit gebied al een stuk verder dan in Vlaanderen. Een stand van zaken.
De tijd van toen
We komen uit een traditie van aalmoezeniers in de zorg. Elk bisdom beschikte over meer dan voldoende priesters om enkele van hen te benoemen in ziekenhuizen, waar ze de 'zielzorg' op zich namen. Hun takenpakket werd sterk bepaald door hun priesterambt: eucharistie vieren, dopen, berechten, biecht horen en begeleiden. Stilaan kwamen er ook leken in de pastoraal. Daarnaast werden in openbare ziekenhuizen moreel consulenten aangeworven om vrijzinnige patiënten te begeleiden en recent ook enkele islamitische spirituele zorgverleners.
De tijd heeft niet stilgestaan. Er is steeds meer nood aan een ruimer aanbod dat zingeving niet opdeelt in hokjes. De reden? Mensen passen minder in hokjes. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er geen spirituele vragen en noden meer zouden zijn. Ze stellen zich echter binnen een nieuwe context. Op die feitelijke diversiteit - lees gerust: pluraliteit - zal de spirituele zorg van de toekomst geijkt zijn, of ze zal disfunctioneel zijn.
Vlaanderen
In Vlaanderen werd heel lang vastgehouden aan het klassieke, verzuilde model. Dat werd gevoed door het eenvoudige binaire systeem dat gehanteerd werd op het vlak van zingeving: men was katholiek of niet-gelovig. De schakelaar stond bij mensen op "I" of op "O". Dat bepaalde of de aalmoezenier/pastor langskwam, dan wel de moreel consulent bij spiritueel-existentiële noden. Dit systeem is de facto sinds enkele decennia al gedateerd in Vlaanderen. Pas de laatste jaren wordt echt gedacht en gehandeld binnen deze nieuwe situatie.
Er bestaat nog geen 'beroepsstandaard' die de taak van een spiritueel begeleider duidelijk omschrijft. Wel is er een belangrijke eerste stap gezet in de richting van een algemene taakomschrijving naar aanleiding van de introductie van een nieuwe functieclassificatie binnen de zorg (klik hier). Daarin zijn bij de functie van 'spiritueel zorgverlener' goed afgewogen minimumeisen, taken en competenties beschreven. De omschrijving is vooral praktisch opgevat. Het ontbreekt dus nog aan een fundamentele definitie. De algemene taken van de spiritueel begeleider worden samengevat als: het begeleiden van patiënten, het organiseren van vieringen en het participeren in de totaalzorg. Wat we doen, is duidelijk; wie we zijn nog niet. De identiteit van de spiritueel zorgverlener wordt doorgaans nog volledig gekoppeld aan diens levensbeschouwing.
Er is in Vlaanderen nog een weg te gaan. Het is goed te weten dat er geijverd wordt voor een algemene beroepsstandaard en dat er veel energie wordt geïnvesteerd in voorbereidend werk. Vooral omdat dit item niet hoog op de politieke agenda staat, laat een beroepsstandaard in Vlaanderen en België voorlopig nog op zich wachten...
Nederland
In Nederland is de situatie anders: daar was altijd al een bredere differentiatie in het levensbeschouwelijk aanbod, waardoor de nood groter was aan een algemeen, maatschappelijk relevant werkmodel. Men heeft al langer een 'beroepsstandaard voor de geestelijk verzorger' (klik hier). Daarin wordt een heldere definitie gegeven: "Geestelijke verzorging is professionele begeleiding, hulpverlening en advisering bij zingeving en levensbeschouwing." Dat wordt verder verduidelijkt: "Zij gaan op zoek naar wat de cliënt kracht en inspiratie geeft, aansluitend bij diens levensverhaal en levensbeschouwelijke achtergrond. Ook kunnen zij cliënten bijstaan met rituelen en sacramenten." De geestelijk verzorger komt in beeld "in situaties van leven en dood, bij afscheid en verlies, bij ervaringen van grote verbondenheid of juist van verlatenheid, en bij ethische vragen. Zij zijn deskundig in het omgaan met levensvragen, zingeving, spiritualiteit en ethische afwegingen." (Beroepsstandaard, pagina 7-8)
Het doelpubliek van de geestelijk verzorger is in de Nederlandse context bijzonder ruim: "In beginsel is elke geestelijk verzorger in staat om elke cliënt te begeleiden." Deze begeleiding wordt gesitueerd rond 'zingeving', dat de actieve insteek sterker waardeert dan bijvoorbeeld de begrippen 'geestelijk' of 'spiritueel perspectief' en 'levensbeschouwing', die een eerder passieve connotatie in zich dragen. "Zingeving duidt het meer actieve, informele en individuele aspect van het proces aan waarmee mensen hun leven ordenen en betekenis geven. Het gaat dan om het zingevingsproces in de breedste zin van het woord." (pagina 36-37)
Diversiteit
Hierbij wil ik de kanttekening dat er bij voorkeur een diversiteit binnen de spiritueel zorgverleners wordt voorzien, waar dat mogelijk is. Een spiritueel zorgverlener is immers niet neutraal. Geen mens is neutraal. Zo kan een pastor zich eerder richten tot christelijke patiënten, terwijl een vrijzinnig moreel consulent een meerwaarde zal betekenen voor de vrijzinnige, niet-gelovige patiënten, die geen 'Meerdere' zoeken in hun spiritualiteit. In instellingen waar voldoende moslimpatiënten opgenomen zijn, kan ook een moslimbegeleider worden aangeworven. De agnostische en 'ietsistische' patiënten kunnen door alle begeleiders worden begeleid, maar ook hier bij de zorgverlener die het best aansluit bij de patiënt. Essentieel is dat de spiritueel zorgverleners samenwerken in onderling respect en collegialiteit, zonder wervende agenda ten nadele van collega's.
Waar diversiteit in overtuigingen binnen het spiritueel aanbod in de instelling niet haalbaar is, bijvoorbeeld omdat de instelling vertrekt uit een specifieke levensovertuiging of omdat de dienst spirituele zorg te weinig personeelsleden telt, zal het meer dan wenselijk zijn dat de aanwezige zorgverlener(s) zich actief blijft (blijven) verdiepen in de diversiteit aan levensbeschouwingen onder het patiëntenpubliek en in de spiritueel-empathische competentie. Doorverwijzing naar vertegenwoordigers van andere godsdiensten en overtuigingen is uiteraard altijd een kerntaak.
Iets?
Terug naar de hokjes van in het begin. Vooral de groeiende groep patiënten die zich niet expliciet tot een overtuiging rekent, zal baat hebben bij het opentrekken van het werkveld van spiritueel zorgverleners tot buiten hun eigen levensovertuiging. In de klassieke setting is er wel een aanbod voor iedere overtuiging, maar daardoor worden de mensen buitenspel gezet die zich geen afgelijnde overtuiging toeëigenen of zich niet rekenen tot een klassieke levensbeschouwing.
Net deze patiënten worden zwaar uitgedaagd wanneer ze ziek worden: ze kunnen niet terugvallen op een traditie en op bestaande denkkaders. Soms stonden voorheen niet voldoende stil bij levensvisies en hadden geen aanleiding om een denkkader te ontwikkelen. Het is vaak een ontnuchterende ervaring die gepaard gaat met angst en hulpeloosheid. Goedbedoelde raad van naasten werkt niet altijd opbouwend. Een professionele begeleiding kan bijzonder veel betekenen in deze context.
Met deze zesde post rond ik de algemene inleiding af. Zonder exhaustief te willen zijn, heb ik getracht om kernachtig enkele essentiële eigenschappen, werkvormen en uitdagingen van de spiritueel begeleider in beeld te brengen. Er zullen vanaf nu vooral concrete topics volgen, thema's en ideeën. Dat wou ik echter niet doen zonder eerst een algemeen referentiekader te scheppen. Let wel: ook dat referentiekader is dynamisch van aard en voortdurend in ontwikkeling. Ik zal af en toe naar deze posts terugverwijzen...