maandag 30 oktober 2023

Het vallen van het blad - de bron van spiritualiteit

De gure, kille, onaangename buitenlucht drijft ons naar binnen in het najaar. De duisternis komt steeds vroeger om de dag weg te grissen. Er is meer tijd om te piekeren en te mijmeren. We zoeken geborgenheid en worden sterker geconfronteerd met onze kwetsbaarheid. Het is een gelegenheid om zelfbewust stil te staan bij onze spiritualiteit als zin-maker. Onze spiritualiteit plaatst de vele signalen in het leven - soms hoopgevend, dan weer verwarrend, maar ook ontmoedigend - in een context, een interpretatiekader, een draagvlak, waarin ze geordend en begrepen kunnen worden.

Deze uiteenzetting wordt niet licht en luchtig, en zal ook geen handvaten aanbieden om dilemma's en valkuilen aan te pakken. Ik wil vooral de wortels van elke vorm van spiritualiteit blootleggen, naast de opvoeding, de culturele invloed, belangrijke naasten, en diepgaande (eventueel traumatische) ervaringen: ons eigen bestaan. 

Ik zou het lezen van deze uiteenzetting afraden wanneer je worstelt met negatieve gedachten of een bemoeilijkte rouwervaring. Dit onderwerp ten diepste overwegen, doe je bij voorkeur in een existentieel rustige hoedanigheid. 

In het leven hebben we weinig absolute zekerheden, drie om precies te zijn: we zijn ooit geboren, we leven nu en we zullen ooit sterven. Ons levensperspectief betrekt verleden, heden en toekomst op ons bestaan: ik was, ik ben en ik zal zijn. Dit ogenblik is het enige dat we waarnemen en kunnen beïnvloeden door ons doen en laten. Ons leven is een eindige opeenvolging van ogenblikken, van nu-momenten.

Herfst

De herfst confronteert ons met de eindigheid. De natuur om ons heen sluit een levenscyclus af. Het blad dat we neer zien dwarrelen, zal vergaan en een voedingsbron zijn voor volgende cycli. Het blad dat volgend jaar in de plaats zal groeien aan die tak, zal een ander blad zijn. 

Sta me toe voor één keer naar de Bijbel te verwijzen, als literaire bron. In de eerste Petrusbrief klinkt een vers vol universele poëzie, evenzeer geïnspireerd op de natuur: "De mens is als gras en zijn schoonheid als een bloem in het veld: het gras verwelkt en de bloem valt af." (1 Petrus 1, 24 - geïnspireerd op Jesaja 40, 6b-7a)

Schrikbeelden

Ik breng geen vrolijk nieuws. Niet alles is leuk. Er is meer. Het leven is complex. Sta me toe even cru en duidelijk te zijn. Wat we traag maar zeker tegemoet gaan, met het tikken van elke seconde, is aftakeling, sterven en dood. Dit zijn de drie schrikbeelden die ons leven tergend complex maken, tenminste: als we het geluk hebben om lang te leven en het ongeluk hebben van niet plots te overlijden. 

Waaruit ontstaat dit spanningsveld dan? Enerzijds is er een diepe levensdrang, de wil om te leven en te overleven en om veel te bereiken. Anderzijds wordt die creatieve, expansieve drang gelimiteerd in tijd en mogelijkheden door ons lichaam dat eerst groeit tot volwassenheid en dan stilaan aftakelt. 

Vooruit - achteruit

De aftakeling in ons leven kan aanvoelen als een genadeloze provocatie die spiritueel als absurd en oneerlijk kan worden ervaren. Die aftakeling, die slijtage van lichaam en geest, begint traagjes aan rond de 30 jaar. Tegenwoordig durft men die grens zelfs nog vroeger te leggen. Het lichaam loopt langzaam maar zeker schade op door de zwaartekracht, door activiteiten en door stelselmatige achteruitgang van ons genetisch materiaal. De spierkracht en spiermassa verminderen vanaf dan al. Het brein slaat minder vlot nieuwe informatie op. Daarom studeren we wanneer we jong zijn. Deze uitingsvormen van achteruitgang gebeuren niet merkbaar, niet voelbaar, maar gestaag en onomkeerbaar. 

Het onvrijwillig moeten inleveren van mogelijkheden, van vrijheden en van zelfstandigheid, is één van de grootste uitdagingen in ons menselijk bestaan. Zeker in een tijd waarin onze persoonlijke gedachten en prestaties zo'n belangrijke plaats innemen. Er valt niet te onderhandelen met onze afbraak. Er is geen dialoog mogelijk met de tijd. De tijd is de constante, niet wij. Het is een ongelijke strijd tussen willen en niet kunnen, tussen hopen en beseffen. De droom van de eeuwige jeugd is slechts een fantasie, die door zalfjes, wondermiddelen of cosmetische aanpassingen niet kan worden afgedwongen. Er is niets verkeerd aan rijper en wijzer geworden zijn.

Filter

Het is niet mijn bedoeling om je als lezer een depressie aan te praten. Integendeel. Er is immers geen reden tot neerslachtigheid omwille van ons eindige aardse bestaan. Een eindig leven is namelijk absoluut geen zinloos leven. Sterven is inherent aan het leven. Het hoeft ons niet droef te stemmen. Het zal ons zelfs uitdagen om zin-voller te leven.

Onze zinvinding, onze zingeving kan ons in staat stellen om een mooi en rijk leven te leiden, op voorwaarde dat die zinvinding zichzelf in veranderende omstandigheden telkens weer herijkt op de omstandigheden. Wat is er nu zinvol, op dit moment in het leven? Welke waarden of gedachten helpen me niet meer? Welke ideeën werken me tegen om het leven als zinvol te ervaren? Ons leven lang staan we zelfbewust in dat leven. Het is die alertheid die ons uitnodigt om bewust in het leven te staan, om stil te staan bij onze spiritualiteit, bij onze levensvisie.

Een dynamische, veerkrachtige spiritualiteit is de noodzakelijke filter waardoor we de hardheid van het leven kunnen ombuigen tot een leefbare, zelfs aangename en dankbare beleving. Daar liggen ontzettend veel mogelijkheden. Een filter impliceert niet dat we ons vervreemden van de werkelijkheid, dat we haar ontvluchten. Integendeel: het betekent dat we ons bestaan willen begrijpen. Net zoals je de zon niet kan begrijpen door je erdoor te laten verblinden.

Het is daarom ook werkelijk onbegrijpelijk dat we in onze zelfbewuste tijden zo weinig aandacht besteden aan spiritualiteit, aan zingeving. Zonder een filter, zonder enige vorm van bewust, doordacht, doorleefd interpretatiekader in het leven staan, is een betekenisloze vlucht vooruit, tot de tijd een halt toeroept. Dat wens je toch geen mens toe? Laat staan jezelf... Ik wijk af. Terug naar de kwestie.

Sterven

Veel meer dan de aftakeling boezemt het sterven angst in. Er is angst om pijn te lijden, om geen regie meer te hebben over het leven. Sterven is dan ook een ingrijpende, onomkeerbare gebeurtenis. Alles wat je koestert, moet je plots afgeven: je gedachten, je wijsheid, je ervaring, je gevoelens. Je moet afscheid nemen van alles en iedereen die je dierbaar is. 

Dat inzicht zou ons moeten inspireren in ons leven. De balans tussen bezit en nabijheid zou in evenwicht moeten zijn. Ik houd geen pleidooi om elke vorm van bezit en welvaart te minachten. Het is zinvol om te streven naar een comfortabel bestaan. De mate waarin het je familiale en sociale verbinding verstoort of onmogelijk maakt, is wel een reden tot nadenken en bijsturen.

De angst voor de dood is in veel gevallen een angst voor het sterven. Het is een verlieservaring, het maakt deel uit van je persoonlijke rouw: de rouw om je eigen heengaan. Dit wordt vaak getriggerd bij een kerkhofbezoek, bij het bijwonen van een uitvaartdienst, bij het verdriet om een overledene. Het aanvaarden van verlies, is een leerschool op zich. Het verlies van een grootouder of ouder, broer of zelfs kind: het confronteert je met je eigen leven en levenseinde. Angst hoeft niet negatief te zijn. Het kan een aanzet zijn tot een positieve, bewuste levenshouding.

Dood

De dood zelf is en blijft een mysterie. We weten enkel dat het aardse leven eindigt en dat ons lichaam geen leven meer in zich draagt. De invulling van dit tijdperk, dat volgt op onze dood, bepaalt in grote mate onze spirituele gezindheid en oriëntatie. Is er een leven na dit aardse bestaan of niet? Is dat een persoonlijke zekerheid of eerder een vage opening?

Het gevoel 'afgesneden te zijn' van overledenen, het gevoel van afstand en onbereikbaarheid, maakt dat de dood moeilijk te verteren valt. We missen sommige mensen elke dag. Dat gemis slijt vaak, maar niet altijd. Het verlies kan minder ruw aanvoelen na verloop van tijd, en bij wijze van spreken eroderen.

Niet juist of verkeerd

Wat wacht ons na het sterven, in de dood? De concrete invulling van dit onderwerp is allerpersoonlijkst. Wie gelooft dat er geen god bestaat en geen leven na de dood, zal zich moeilijk kunnen inleven in de visie van iemand die wel gelooft in een god en in eeuwig leven. Belangrijk in deze thematiek, en in het algemeen trouwens, zowel spiritueel als breed-maatschappelijk, is wederzijds respect. Elke uitspraak binnen deze thematiek is relatief en relationeel: er is ik, mijn spiritualiteit en de overtuiging waar ik bij aansluit. Wanneer een overtuiging als waarheidsclaim opgelegd wordt aan anderen, als verplicht aan te nemen feit, dan is dat een vorm van extremisme.

Het is dus van groot belang, zowel voor een gelovige als een atheïst, om het onderling respect te bewaren: respect voor elkaars visie en voor het fundamenteel recht om van visie te mogen verschillen. De waarde van je overtuiging bevestig of versterk je niet door de visie van de ander te ridiculiseren of de persoon te 'framen' als dom of kortzichtig. Op dat ogenblik zijn immers het framen van de ander en het verabsoluteren van de eigen visie de uitingen van kortzichtigheid. 

Een god hoeft niet bewezen te worden, de onmogelijkheid ervan evenmin. Daarom zijn zowel geloven als niet-geloven geen 'objectief weten'. Spiritualiteit is niet gestoeld op bewijzen en op eenvoudige logica, maar wel op een persoonlijke overtuiging, al dan niet gelieerd aan een bestaande levensovertuiging, op basis van eigen ervaringen en gedachten. 'Elk zijn waarheid' klinkt wat sloganesk, maar garandeert het respect, dat fundamenteel is om te kunnen samenleven. In zingeving zou er geen juist of verkeerd mogen bestaan.

Ook positieve bronnen

Naast het negatieve, is ook de verwondering om het mooie een bron van spiritualiteit. In deze herfstbijdrage komt dit aspect minder aan bod omwille van de thematiek, maar ze is een even belangrijke aanleiding om stil te staan bij zingeving en mag dus niet onderschat worden. 

De geboorte van een kind, genezen van een ziekte, de groei van een kind tot volwassene: ze doen ons op positieve wijze nadenken over ons bestaan. We kunnen zin ervaren in nabijheid: langs verliefdheid, liefde en seksualiteit, maar ook langs intense vriendschap, langs voorbeeldfiguren die ons bestaan verrijken of langs maatschappelijke engagementen waarin we anderen ontmoeten. Het heelal en de wereld kunnen ons eveneens in hun wonderlijkheid en onbegrensdheid doen nadenken over onze betekenis in de tijdloosheid. Tenslotte zijn ook menselijke creaties een inspiratiebron: literaire en beeldende kunst, artistieke schoonheid, muziek, maar ook verrassende televisieprogramma's, video's of podcasts bijvoorbeeld. Met deze aanvulling wordt een evenwichtig beeld gecreëerd van onze zingevingsbronnen.

Afsluitend

Het leven is wat het is. En misschien is het ook goed zo. Stel je voor dat je eeuwig hier op aarde bleef. Wat zou je nog verwonderen, uitdagen of motiveren? Zou er geen eindeloze herhaling en grenzeloze verveling optreden? En wat met de aarde waarop je eeuwig zou leven, een aarde die zelf niet eeuwig is? 

Onze (aardse) eindigheid aanvaarden, is een uitdaging in het leven. Aanvaarden betekent niet dat je ernaar hoeft te verlangen. Uit andere contexten weten we echter allemaal dat een realiteit mijden en wegduwen niets verandert aan die realiteit zelf. Waarom zouden we de kern van ons zijn mijden? Waarom zou dat als een negatief of deprimerend proces aangevoeld moeten worden? 

Laten we daar even over nadenken, al dan niet omringd door grijnzende pompoenen, plastic skeletten en akelige spinnen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageer

Aanbevolen bijdragen:

Rouw en verlies: de onmacht bij 'iets in ons'