donderdag 25 april 2024

Bouwen aan spiritualiteit: (1) Een stand van zaken

Wat doen we hier op deze aardbol? Waarom zijn we hier? Wat is de bedoeling? Het zijn de vragen waar we op onze diepzinnige dagen over tobben. Helaas is er te weinig aandacht en waardering voor spiritualiteit in onze dagen. En dat is jammer. Tijd voor een tweeluik: “Waar komt onze maatschappelijke spirituele onzekerheid vandaan?” En in de volgende bijdrage: “Hoe vinden we tools om onszelf spiritueel uit te dagen?”

We maken deel uit van een systeem dat gebaseerd is op leven en overleven. Je overlevingskansen nemen toe naarmate je een reserveplan hebt. Als je maar één voedingsbron kent, en die put uit, dan sterf je. Als je maar één beschermingsmechanisme hebt, en dat blijkt niet te werken, dan ben je verloren.

Compenseren

Op mentaal vlak hebben we geleerd om onszelf te beschermen in ingrijpende situaties: 'coping' heet dat. Opdat we niet compleet zouden blokkeren na een traumatische ervaring, hebben we een mechanisme ontwikkeld dat ons toelaat om een negatieve ervaring te compenseren of te interpreteren zodat we er mee om kunnen gaan en verder functioneren. Soms gebruikt men vluchtmiddelen, zoals excessieve voeding, of alcohol, drugs of medicatie. Soms beloont men zichzelf met spullen of met het overmatig vragen of schenken van aandacht. Anderen herleiden de ervaring tot aanvaardbare proporties door bewust of onbewust delen weg te laten of te vergeten, of anders te omschrijven.

De druk wordt verminderd, de stress neemt af. Coping is nooit de beste oplossing op lange termijn, maar kan een eerste redmiddel zijn om niet meteen onderuit te gaan. Daaruit zou verwerking moeten voorvloeien, en een constructieve, bestendige uitkomst.

Spiritueel trauma

Een maatschappelijk trauma van onze tijd is een 'spiritueel moratorium'. Onwennig wordt het onderwerp in maatschappelijke discussies vaak vermeden. Het leidt al te vaak tot polarisatie. We hebben de vanzelfsprekendheid van de grote verhalen sinds het postmodernisme achter ons gelaten. Alles is relatief geworden, niets is nog vanzelfsprekend. Behalve de wetenschap misschien. 

Het atheïsme heeft het katholicisme niet vervangen. Bij veel mensen is er een persoonlijke, kwetsbare zoektocht op gang gekomen. Maar er wordt zelden over gepraat. Er is geen 'veilig' maatschappelijk forum voor: verschillen zorgen voor discussie en onbegrip, soms zelfs intolerantie. Het spiritueel spectrum is geïndividualiseerd en tot de privésfeer herleid, waardoor men kwetsbaar en alleen staat. Er wordt wel getimmerd aan waarden en normen, er is een persoonlijke levensbeschouwing onder constructie, maar afleiding en onderwaardering maken het moeilijk om vol te houden.

Het heeft gestaag geleid tot een maatschappelijke verschraling op spiritueel vlak. Veel mensen hebben om rationele redenen de veiligheid van de allesomvattende godsdienstige omkadering afgebroken. Er komt een prikkende onrust voor in de plaats. Die is niet alomtegenwoordig in het dagelijkse leven, maar ergens knagend op de achtergrond aanwezig. Op bepaalde momenten, wanneer men uitgeput is, overwerkt, door tegenslag neergeslagen, dan komt het gevoel van zinloosheid plots manifest opzetten. “Is dit niet wat dramatisch allemaal?”, zal een argwanende lezer denken. Nee, volgens mij niet. 

Zuchten

De praktijk leert ons dat de spirituele onzekerheid gecompenseerd wordt. In onze samenleving laten veel mensen hun spirituele honger verhelpen door de commercie. We hebben maatschappelijk te maken met een buitenproportionele verzameldrang. Inhoud wordt vervangen door tastbare uitwendigheden. Rusteloosheid voedt zichzelf, omdat de oorzaak niet wordt beschouwd. Er ontstaat een impulsieve gulzigheid.

Hebzucht, heerszucht en eerzucht - de tijdloze archetypen van compensatie - leiden tot snelverzadigende activiteiten. Helaas is het effect van de voldoening telkens weer tijdelijk van aard. Het is een snelle oplossing, zoals snelle suikers die de honger vlug maar slechts kortstondig kunnen stillen. De honger komt snel knagend terug aandraven. We leven in een tijd van graaien, vastpakken en weggooien. De wegwerpcommercie speelt in op de tijdelijkheid van alles. De sociale media bieden een forum voor hoogst individuele zelfbevestiging hierin.

Niet gezocht

Spiritueel zelfbewustzijn en evenwicht zijn nochtans essentieel voor een mens: het brengt zin in je bestaan, een interpretatiekader dat het bestaan zinvol maakt. De basis van die spiritualiteit kan heel verschillend zijn: een persoonlijke God, een vage Kracht in de kosmos, Iets dat ons verenigt, of een maatschappelijk ideaal. De bovenbouw daarentegen is verrassend gelijklopend. In je levensovertuiging spelen kernwaarden een elementaire rol. Van daaruit bekijk je de wereld, het leven en de tijd. Je kan steunen en bouwen op je kernwaarden, je kan je eraan vastklampen in roerige tijden. Je vertrekt vanuit een constructieve kijk die zingevend werkt. Het bestaan wordt stabieler binnen een bewust en actief zingevend kader.

Let wel: hiermee zeg ik niet dat iedereen spiritueel vervreemd is. Wel durf ik te beweren dat we maatschappelijk veel te weinig aandacht schenken aan onze spiritualiteit. En het kan écht anders.

Welke werkmiddelen ons daarbij kunnen helpen, dat is voor de volgende bijdrage. 

vrijdag 12 april 2024

Holistische zorg: geen holle woorden

In de algemene ziekenhuiszorg, de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg heeft men terecht ingezien dat men niet in de eerste plaats een patiënt (of bewoner) behandelt en verzorgt, maar een gehele mens, die vanuit zijn of haar gebruikelijke omgeving naar het ziekenhuis komt voor onderzoek, diagnose en behandeling, of verhuist naar een zorginstelling om er voorgoed te verblijven. De mens is zoveel meer dan de aandoening waarvoor beroep wordt gedaan op professionele hulp. Omdat de patiënt zich kwetsbaar opstelt door zich toe te vertrouwen aan een zorginstelling, is het van groot belang dat de zorg zich telkens opnieuw de vraag stelt wat beter kan. 

Een visie

Tegenwoordig draagt men algemeen de ‘holistische visie’ hoog in het vaandel. De mens wordt binnen deze visie niet herleid tot een ziektebeeld, maar er wordt aandacht besteed aan de totale mens, zoals die zich presenteert en zichzelf en zijn of haar ziekte beleeft.

Dit houdt inderdaad een belangrijke verschuiving in de zorgbenadering in. De patiënt krijgt meer inspraak, en daarbij wordt niet enkel met het fysisch-medische aspect rekening gehouden, maar ook met de psychische, sociale en spirituele noden. Idealen zijn belangrijk en zinvol, maar we weten allemaal dat ze in de realiteit zelden of nooit volledig verwezenlijkt kunnen worden. Het is een zoeken en trachten, met de onvermijdelijke beperkingen op financieel vlak en op gebied van bestaffing.

Gehele mens

Aan bed maken zorgverleners kennis met de hele mens. Ze kunnen waarnemingen interpreteren en tools gebruiken. Het gaat uiteindelijk in de eerste plaats over Fingerspitzengefühl. Een geëngageerde zorgverlener kiest er bewust voor om de blik niet verengen tot het strikt noodzakelijke. Alles begint bij observatie: kijken, luisteren, aanvoelen. In dialoog komt men vaak heel snel tot belangrijke, kernachtige kenmerken en aandachtspunten. Dat is niet zozeer een kwestie van tijd maar vooral van ingesteldheid, goede tools en kennis die verrijkt wordt met ervaring. Het is bovenal een kwestie van empathie: niet de persoonlijke prioriteiten en interesses van de zorgverlener horen de observatie en de conversatie te bepalen, maar de concrete vragen en noden van de patiënt, die in welgekozen woorden of tussen de regels kenbaar worden gemaakt.

Een zorgverlener die weinig vertrouwen heeft in, of weinig affiniteit met psychische zorg bijvoorbeeld, zou dat persoonlijk oordeel of vooroordeel niet mogen laten doorsijpelen in de benadering van een patiënt en evenmin in bevindingen en aanbevelingen. Evenzo mag een zorgverlener niet vanuit de eigen levensovertuiging vertrekken om bijvoorbeeld een ethische oordeel te vellen over de visie of houding van een patiënt of van naasten, of om te aarzelen om spirituele begeleiding voor te stellen. Respect is het sleutelwoord hier. Dat vertrekt vanuit empathie en het aanvaarden van de diversiteit die eigen is aan onze samenleving. Iedereen is anders dan men zelf is, en dat is een principe dat we mogen omarmen. Het symboliseert de vrijheid die zo kostbaar is.

Complex geheel

In holisme is het Griekse woord ‘holos’ verwerkt: er is aandacht voor het geheel, of nog scherper uitgedrukt: voor de volledigheid van de mens. Het breder maken van de blik volstaat niet, de aandacht richt zich tot alle aspecten van het menszijn én het geheel. Van daaruit kan een totaalzorg georganiseerd worden. Het geheel is groter dan de som van de delen. Daartoe is het essentieel dat alle aspecten van het menszijn betrokken worden om zodoende onderlinge verbanden en samenhang te ontdekken en te begrijpen.

In het Duits spreekt men over ‘Gestalt’, in de filosofie en de psychologie: de gehele verschijning als een gestructureerd, complex geheel. Denk aan een meerstemmige melodie die in haar samenklank de complexiteit laat voelen. Er is hierbij sprake van een parallel beginsel: hoe complexer de vormen die de zorg aanneemt, hoe meer nood er is aan een holistische visie.

Waar nodig

Daar tegenover staat fragmentaire zorg. Iemand die volledig zelfredzaam is, goed omringd en geen noemenswaardige extra zorgen of problemen heeft en die naar het ziekenhuis komt voor een heel eenvoudige ingreep, zal weinig behoefte voelen aan holistische aanpak en zal het gebrek aan holisme in de zorg wellicht niet zo gauw gewaar worden. Toch zal ook daar een holistische aanpak als een meerwaarde ervaren worden.

Dat betekent uiteraard niet dat vóór het ingipsen van het onderbeen eerst de psycholoog en de spiritueel begeleider even moeten langskomen voor de zekerheid. De doorverwijzing gebeurt na het vaststellen van vragen, noden of problemen door de zorgverlener aan bed, in het bijzonder: de zorgkundige, de verpleegkundige en de arts. De zijnsaspecten worden door hen gescand en waar gewenst of waar nodig wordt hulp ingeroepen. Ook een kinesist, een sociaal werker, een ergotherapeut of een brancardier bijvoorbeeld kunnen vragen en problemen op het spoor komen. 

De patiënt schat zichzelf daarin niet altijd spontaan juist in. Soms is er een afstand nodig om de omvang en de diepte van problemen te zien. Bovendien betekent hulp vragen dat je je kwetsbaar opstelt. Dat kan aanvoelen als ‘teveel gedoe’ of in een reflex zo afgedaan worden. Wanneer uitgelegd wordt wat de begeleiding kan bijdragen voor het welzijn van de patiënt, ziet men dat vaak anders. En dat geldt voor de psychische, sociale én spirituele begeleiding en ondersteuning.

Mogelijkheden

Een zorgverlener is geen ‘homo universalis’: de allesweter bestaat al lang niet meer. Daartoe is de wetenschap en de kennis in het algemeen teveel toegenomen. De verantwoordelijkheid bestaat uit een eerste opvang en desnoods doorverwijzing naar aanvullende expertise. Die opvang, het aandachtig waarnemen en een klankbord zijn voor de patiënt, met aandacht voor de brede waaier aan menselijke behoeften en belangen, bepaalt de kwaliteit van de holistische zorg.  

Doorverwijzing op zich volstaat niet: zonder oog voor de totaalzorg blijft een enge zorgvisie uiteindelijk tot fragmentaire zorg leiden. Carlo Leget formuleert het als volgt: “De patiënt staat centraal, maar zorgverlener bepaalt wat mogelijk is.” Zodoende kan de zorg eerder volledig zijn of veel te beperkt, naargelang de kennis en alertheid van de zorgverleners aan bed. 

Aanbevolen bijdragen:

Rouw en verlies: de onmacht bij 'iets in ons'